De rechtsontwikkeling op het gebied van schadevergoedingsrecht bij whiplashklachten kent een langdurige geschiedenis. In het begin werd, met name door verzekeraars, gesteld dat whiplash niet bestond. Daarbij speelde ook de opvatting van (enkele) artsen een rol die zeiden: wat wij niet medisch objectief kunnen vaststellen bestaat niet.
In de volgende fase werden verzekeraars en rechters wat milder voor slachtoffers van whiplash. Aangenomen werd dan dat de whiplashklachten gedurende een beperkte periode van 3 tot 5 jaar aan het ongeval te wijten waren. Daarbij speelde een rol dat rechters vaak neurologen inschakelen om uit te maken welke klachten ongevalsgevolg zijn.
En neurologen schrijven meestal dat ze de whiplashklachten maar circa 3 jaar aan het ongeval kunnen toeschrijven. De schade, bijvoorbeeld als je niet meer kunt werken, werd dan alleen maar vergoed over deze beperkte periode.
Op 30 mei 2023 heeft het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch bepaald dat er geen reden is om de aansprakelijkheid voor schade (na whiplash) in omvang of tijd te beperken. Dat is goed nieuws voor whiplash slachtoffers.
We zullen zien of de verzekeraar tegen deze uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch in cassatie gaat bij de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland.
En zo ja, wat de Hoge Raad dan beslist. Dan hebben we nog meer duidelijkheid.
Ik blijf de rechtsontwikkeling rondom whiplash met belangstelling voor u volgen.
Erland Dohmen
