Verzet tegen het fiscaal verzet, deze titel vraagt om een toelichting. Wat is dan fiscaal verzet?
Om dat duidelijk te maken, moet ik eerst een paar stappen terug zetten. In Nederland is het een goed gebruik dat de burgers en bedrijven belasting betalen. De belastingdienst legt daarvoor een belastingaanslag op. Als die netjes betaald wordt, is er niets aan de hand. Als de aanslag niet betaald wordt, neemt de belastingdienst maatregelen. Dat begint met een herinnering en een aanmaning. Uiteindelijk kan de Belastingdienst een dwangbevel uitvaardigen.
Dwangbevel
Een dwangbevel is een schriftelijk bericht aan de belastingschuldige met daarin het bevel om op zeer korte termijn de belasting te betalen. Indien die betaling uitblijft, dan kan het dwangbevel uitgevoerd worden. Dat betekent bijvoorbeeld dat er beslag wordt gelegd op een bankrekening of dat goederen in beslag worden genomen en worden verkocht. Dat zijn behoorlijk ingrijpende maatregelen. En die maatregelen zijn tot dan toe ‘slechts’ gebaseerd op het dwangbevel, dat de belastingdienst zelf heeft opgesteld. Er is dus nog geen beoordeling geweest door een onafhankelijke rechter.
Verzet
Om toch te voorzien in een beoordeling door de rechter, is de verzetprocedure in de wetgeving opgenomen. Dit is een civiele procedure waarbij de ontvanger van de belastingdienst wordt gedagvaard door de belastingschuldige. Deze klaagt in de procedure over het uitvoeren van het dwangbevel en kan bijvoorbeeld vragen om beslag op goederen te verbieden of op te heffen. Deze procedure is gebaseerd op artikel 17 van de Invorderingswet en staat bekend als fiscaal verzet.
Schorsende werking
Een gevolg van het starten van een fiscaal verzetprocedure is dat de uitvoering van het dwangbevel automatisch wordt geschorst. Dat is voor de belastingschuldige een belangrijk punt. Gedurende de procedure kan de ontvanger het dwangbevel namelijk niet uitvoeren. Geconstateerd is dat het aantal verzetprocedures de afgelopen jaren is opgelopen en dat een groot deel van de procedures enkel (oneigenlijk) wordt gebruikt als vertragingsmiddel. De regering verzet zich tegen dit gevolg van het fiscaal verzet en heeft daarom een wetswijziging voorgesteld waarbij de schorsende werking wordt afgeschaft. Dit voorstel is opgenomen in het Belastingplan 2018 dat inmiddels is aangenomen en per 1 januari 2018 in werking is getreden.
Vervallen (automatische) schorsende werking
Door de wetswijziging wordt de uitvoering van een dwangbevel niet langer geschorst door het instellen van fiscaal verzet. Een schorsing is daarmee overigens niet geheel van de baan. Het is altijd nog mogelijk om in de verzetprocedure of in een separaat kort geding aan de rechter te vragen om schorsende werking te verlenen. Schorsing is dus niet langer automatisch van toepassing, maar kan op gemotiveerd verzoek wel nog door de rechter worden toegekend.
Tot slot
Indien u met een dwangbevel te maken krijgt, is het aan te raden om zo snel mogelijk advies in te winnen zodat tijdig nog de juiste stappen gezet kunnen worden. Beter is het uiteraard om eerder in actie te komen, bijvoorbeeld al na ontvangst van de herinnering of de aanmaning. Voor een vertrouwelijk advies kunt u uiteraard terecht bij een van onze fiscaal advocaten.
Telefoon: 0475 – 33 51 15 Email: jgubbels@tsadvo.nl