Heeft u in het aangiftejaar giften gedaan? In het aangiftebiljet voor de inkomstenbelasting wordt die vraag ieder jaar gesteld. Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk om gedane giften als aftrekpost in de aangifte op te voeren. Dat levert dan vaak een belastingteruggaaf op. Recent is een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem gepubliceerd, waarbij belastingplichtige Piet op creatieve wijze beroep doet op aftrek van giften. Ik zal dat hierna kort beschrijven.
Regels voor aftrek
Voor de aftrek van giften wordt onderscheid gemaakt tussen gewone (incidentele) en periodieke giften. Groot verschil tussen deze giften is dat een gewone gift pas aftrekbaar is als deze een drempelbedrag te boven gaat. Voor een periodieke gift geldt dat drempelbedrag niet. Deze gift is dus volledig aftrekbaar. Een andere voorwaarde voor aftrek van giften houdt verband met de ontvanger van de gift. De gift moet gedaan worden aan een vereniging of aan een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). En uiteraard moet sprake zijn van een gift. Dat wil zeggen dat de bevoordeling wordt gedaan uit vrijgevigheid of dat sprake is van een verplichte bijdrage waar geen directe tegenprestatie tegenover staat.
Standpunt Piet
Op de inkomsten van Piet wordt (zoals gebruikelijk) loonheffing ingehouden en afgedragen aan de Belastingdienst. Piet neemt het standpunt in dat die inhouding van loonheffing als een verplichte bijdrage moet worden aangemerkt, waar geen directe tegenprestatie tegenover staat. Ook stelt Piet dat de Nederlandse Staat wordt gekwalificeerd als een ANBI. De inspecteur van de Belastingdienst is van mening dat Piet niet in aanmerking komt voor aftrek van giften en corrigeert de aangifte van Piet. Na bezwaar komt de kwestie voor bij de rechtbank en vervolgens in hoger beroep bij het Gerechtshof.
Wat zegt de rechter
In eerste aanleg heeft de rechtbank het beroep van Piet ongegrond verklaard. De rechtbank volgt daarmee het standpunt van de inspecteur dat van aftrekbare giften geen sprake is. In hoger beroep heeft Piet de kwestie voorgelegd aan het Gerechtshof. Het Gerechtshof onderzoekt het begrip ‘verplichte bijdrage’. In de wetsgeschiedenis zijn destijds enige voorbeelden gegeven van verplichte bijdragen die als gift aangemerkt kunnen worden. Genoemd zijn onder andere kerkelijke belastingen en bijdragen aan levensbeschouwelijke instellingen en contributies. Het Gerechtshof komt tot de conclusie dat de wetgever met het begrip ‘verplichte bijdrage’ niet het oog heeft gehad op de wettelijk verschuldigde belastingen. Het hoger beroep van Piet wordt dan ook ongegrond verklaard. Piet heeft geen recht op aftrek van giften.
Tot slot
Na lezing van de door Piet gevoerde procedure heb ik de betreffende uitspraak bewaard. Niet zozeer vanwege de inhoudelijke discussie, maar vanwege het feit dat Piet met een creatieve insteek –maar ook onderbouwd- zijn standpunt heeft ingenomen en heeft verdedigd. Dat spreekt mij in dit verhaal aan. Het komt namelijk regelmatig voor dat in fiscale en juridische zaken de gebruikelijke of voor de hand liggende route niet zondermeer leidt tot het beste resultaat. Voor het beste resultaat dien je dan ook als advocaat altijd alert te zijn op alternatieve routes en alternatieve oplossingen, uiteraard binnen de mogelijkheden en binnen de kaders van de regelgeving. Indien u ook een frisse aanpak wilt ervaren, dan kunt u voor een vertrouwelijk advies altijd terecht bij een van onze advocaten.
mr. J.B. (Jeroen) Gubbels